Ik wil heel graag het verhaal vaan So met u delen vandaag. Hiermee krijgt u een beeld van een reis die je zeker niet voor je lol onderneemt. En een leven in Nederland dat echt niet over rozen gaat. So heeft voor publicatie haar toestemming gegeven. We gebruiken een afkorting van haar echte naam, die we hier niet vermelden. So heeft zich op een van de eerste dagen aangemeld bij de HulpKaravaan naar Griekenland. Ze wilde helpen, maakte niet uit wat, als ze maar iéts kon doen. Niets doen was voor So geen optie.
“Ik heb me aangemeld, omdat ik die mensen voel. Ik voel hun eenzaamheid en machteloosheid, maar ook hun angst. De angst of ze het overleven of ergens onderweg slachtoffer worden. Ik heb deze ellende zelf ook meegemaakt, maar dan over het land.”
Wat volgt heeft ons diep getroffen. Je weet wel dat het een zware tocht is, maar dit is toch weer een reminder dat wij echt geen idee hebben. En slechts kunnen wensen dat ons dit nooit overkomt. Hier het vluchtverhaal van So en haar start in Nederland.
“Onze reis naar Nederland heeft ongeveer drie jaar geduurd, omdat we geen geld hadden. Elke keer kwamen we een stukje verder, maar dan moesten we weer nestelen. Mijn vader ging dan werken om voor onderdak en voeding te zorgen. Er zijn zoveel herinneringen daaraan, maar eentje staat me bij alsof het gisteren is gebeurd. Ik was net 6 jaar en zag dat mijn ouders het zwaar hadden. Mijn vaders spullen waren gestolen, dus had hij geen winst gemaakt. En ik zag de pijn in hun ogen. Toen ze de kamer verlieten, heb ik zes geldbriefjes gepakt. Vergelijkbaar met 6 euro. Ik ben naar de markt gegaan en heb heel goedkoop lucifers gekocht. Daarna ben ik een paar kramen verderop naast een oude dame gaan staan. Ik vroeg haar of ik daar mijn lucifers mocht verkopen. Ze ging daarmee akkoord. Ik had zes luciferdoosjes, die ik voor de dubbele prijs ging verkopen. Een uur later was alles verkocht. Toen ben ik naar ander kraampje gegaan en heb daar haarbandjes gekocht en wederom voor de dubbele prijs verkocht. Uiteindelijk kwam ik met 30 euro terug. Ik ging trots naar mijn ouders en liet ze zien dat we die avond konden eten, want ik had geld verdiend. Mijn vader ging door zijn knieën en begon heel hard te huilen. Ik had en heb hem nooit zo hard zien huilen. Ik voelde hun verdriet, maar heel lang begreep ik niet waarom ze zo verdrietig waren. Pas jaren later begreep ik hun verdriet. Er zijn geen woorden in deze wereld om hun gevoel te beschrijven. Hun hart was verscheurd om hun kind van 6 jaar te zien werken om brood op tafel te krijgen.”
“Wij zaten opgegeven moment in de jungle, in the middle of nowhere. Pikkedonker, echt pikkedonker. Je voelde de bomen en takken, maar je zag ze niet. We liepen met 14 mensen, onder wie een oude man, slecht ter been en een vrouw met een baby. Die vrouw wilde elke keer opgeven en de baby hield niet op met krijsen. Ze zei telkens: ‘Laat me maar, neem de baby. Ik kan niet meer.’ Maar niemand wilde haar achterlaten. Mijn vader nam haar hand en sleurde haar 8 uur lang mee. Ze kreeg zijn jas, zodat de baby droog bleef. Op een gegeven moment stopten we en riepen we namen en we hoorden de oude man niet meer. We hebben een uur lang naar die man gezocht. We hebben keihard geschreeuwd, terwijl we wisten dat de kans om gepakt worden groter werd. Maar op een gegeven moment voelde niemand meer iets, het maakte niet eens meer uit of je stierf… Door de kou en continue regen, voelden we niks meer. Zo ook de wonden niet meer, die we hadden opgelopen door de takken. Uiteindelijk was de baby ook stil, we dachten dat ze afgekoeld en overleden was, want de vrouw voelde haar armen niet meer. Ze had kramp, maar door de kou waren haar handen verdoofd. Mijn moeder heeft daarna de baby een uur lang bij zich gehouden, zodat de baby weer warm werd. We hoorden dierengeluiden, van wolven note bene en we waren bang. Onze grenzen waren al zover overschreden, dat we liever door een kogel dood wilden, dan door een wolf die je ging verscheuren. Vluchtende mensen trappen elkaar niet dood, omdat ze allemaal in hetzelfde schuitje zitten. Iedereen voelt elkaar, daar hebben ze maar één blik voor nodig. De mannen of jongens helpen vrouwen en kinderen. Je doet niets voor jezelf, alles is voor elkaar. Nu ik dit schrijf, rollen de tranen over mijn wangen, ik voel de pijn en het verdriet alsof het gisteren was.”
“Uiteindelijk hebben we het gered. Hoe, is een groot wonder. Iedereen die met ons de tocht maakte, kwam er levend uit. En tot op de dag van vandaag zie ik hun gezichten voor me. Ik vroeg me vaak af: ‘Wat is er met de vrouw en de baby is gebeurd?’ Ik kreeg uiteindelijk antwoord op deze vraag. We hebben hen een keer op een bruiloft gezien. Haar dochtertje is nu ongeveer 20 jaar en ze maken het beiden goed! Eindelijk kon ik dat loslaten, ze hebben het gered. Hetzelfde geldt voor de oudere man, hij woont nu in Enschede. Na jaren van vallen en opstaan en ontzettend veel schulden te hebben opgebouwd, zijn we in Nederland beland. Daarna hebben mijn ouders hard gewerkt om de schulden af te lossen. Alle kleine beetjes die we van de gemeente kregen, ging naar de schulden. Dus als kind heb ik nooit luxe gehad of gezien. Alles was simpel, voor alles moest je hard werken. Dus begon ik op mijn elfde met kranten bezorgen, hiermee kon ik mijn hobby uitoefenen, want de gemeente stopte de subsidie voor sporten. Ik betaalde zelf de contributie om te kunnen handballen, toen ik nog maar 11 jaar was. Toch worden wij geluks- en goudzoekers genoemd. Dat doet pijn. Na hard ploeteren en werken heb ik mijn VWO afgemaakt en studeer ik Bouwkunde (Architectuur) aan de Technische Universiteit Delft. Ik ben in mijn laatste jaar. En vanaf het moment dat ik 18 jaar was, heb ik alles zelf bekostigd. Mijn kamer, studie, boeken, huur, verzekering, telefoonrekening, gas en water, et cetera. Want ik heb geen rijke ouders die dat voor mij konden doen. Bovendien wilde ik op eigen benen staan. En ondertussen woon ik al 20 jaar in Nederland, maar ik herinner me elke dag van de reis, als de dag van gisteren.”
“De wonden lijken maar op één manier te helen: door de hulp te bieden die wij nooit hebben gekregen tijdens onze vlucht. Ik deed wel kleine acties en bezocht vluchtelingen in de opvang, speelde met de kinderen daar, zodat zij weer kind konden zijn. Heel waardevol, maar ik wilde graag veel meer doen. Dit is de eerste keer, voor zover ik weet, dat er een project als de HulpKaravaan naar Griekenland is opgezet. Een project waar gewone mensen actief kunnen bijdragen. Ik had nooit van mijn leven verwacht dat zoiets in Nederland zou komen, vooral in deze tijden. Het initiatief is door velen omarmd. Vluchtelingen krijgen hoop, dankzij jullie inzet. Dus dat is een pluim waard. En dat zal je voelen, als je die mensen ontmoet. Dan zal je zien waar je het voor doet.
Groetjes van So”
Dank je wel, So, voor je verhaal en dank je wel voor alle hulp die je inzet voor onze actie.
Lieve mensen, een fijne zondagavond, wellicht kunt u ook meedenken met een gezin. Kinderen van vluchtelingen leven vaak in gezinnen met schulden. Zij krijgen geen geld cadeau, zij moeten lenen en terugbetalen. Misschien kent u zo’n gezin. Geef hen aandacht en hulp indien nodig. So zei gisteren: vriendelijkheid kost niets, hoogstens een beetje tijd.
Erika